Een verhoogd risico op misselijkheid tijdens een zwangerschap bestaat wanneer er sprake is van een meerlingzwangerschap, wanneer de moeder of zussen erg misselijk waren tijdens hun zwangerschappen en wanneer een vrouw misselijkheid was tijdens eerdere zwangerschappen of tijdens het gebruik van de anticonceptiepil.
Er bestaat echter geen verband tussen de afwezigheid van misselijkheid en een miskraam. Er zijn een heleboel vrouwen welke totaal niet misselijk zijn en toch een uitstekende zwangerschap door hebben gemaakt. Er is dus geen reden tot bezorgdheid op het moment dat een zwangere vrouw niet misselijk is.
De misselijkheid kan met name in de eerste drie tot vier maanden ontstaan en samen gaan met braken en een verminderde eetlust. Bepaalde vrouwen houden echter heel hun zwangerschap last van misselijkheid. De mate van misselijkheid en het braken verschilt van persoon tot persoon en wordt dikwijls erger bij een lege maag. In de meeste gevallen wordt gesproken over ochtendmisselijkheid. Dit is echter een term die erg verwarrende werkt omdat de misselijkheid dikwijls heel de dag en doorgaans in vlagen optreedt.
Op het ogenblik dat gedurende de dag wel een beetje eten binnen wordt gehouden, levert het overgeven voor de ongeboren baby doorgaans geen gevaar op. Uit de reserves van de moeder kunnen namelijk genoeg voedingsstoffen gehaald worden om goed te kunnen groeien en te ontwikkelen. Doordat een zwangere vrouw niet veel voeding binnenkrijgt, zal zij naar alle waarschijnlijkheid geen gewichtstoename kennen, en wellicht zelfs wat afvallen. Indien het gewichtsverlies niet te extreem is dan hoeft dit geen probleem te zijn. Soms echter is het braken zo erg dat men te weinig vocht en voedingsstoffen binnen zal krijgen.