Het komt overigens ook voor dat kinderen het overgeven zelf opwekken. Bijvoorbeeld om hiermee te kunnen voorkomen dat de ouders na het in bed te hebben gelegd weer de slaapkamer zullen verlaten en het kind dus alleen is. Kokhalzen blijkt voor een jong kind een minder onplezierige ervaring te zijn dan dit doorgaans is voor een volwassen persoon.
Toch is het altijd van belang om een kind goed in het oog te houden wanneer het overgeeft. Wellicht denkt men dat het overgeven een vorm van aandacht trekken is, terwijl er wel degelijk wat meer aan de hand blijkt te zijn. Wacht daarom nooit te lang met een arts om advies te vragen. Zodra een kind meer dan drie maal over heeft gegeven dan is het aan te bevelen om een arts te raadplegen. De kans bestaat namelijk dat een kind te grote hoeveelheden vocht heeft verloren.
Het is verder van belang om na te gaan of een baby eveneens geringe hoeveelheden melk teruggeeft tijdens of na een voeding. Het betreft dan namelijk geen overgeven, maar spugen, wat een normaal verschijnsel is. Bij jonge baby’s sluit de maagingang immers nog onvoldoende af, waardoor de voeding eenvoudig terug kan worden gegeven. Wanneer een baby overgeeft, komt de voeding vaak met meer kracht en in grotere hoeveelheden *eruit.
Indien* een baby jonger dan drie maanden is en er sprake is van erg heftig overgeven dan kan dat een aanwijzing zijn voor een afwijking aan de uitgang van de maag. Daarbij is de kringspier bij de doorgang van de slokdarm naar de maag vernauwd en kan het voedsel er minder makkelijk doorheen. Voelt een kind zich naast het overgeven eveneens niet lekker en heeft het een dunne ontlasting dan kan er sprake zijn van een infectie van de maag of een darm. Men dient dan zo snel mogelijk een arts hieromtrent te raadplegen.