Op het moment dat een acuut nierfalen niet op tijd op wordt gelost dan kan deze zich verder gaan ontwikkelen tot de chronische vorm van nierfalen. Maar eveneens een aantal andere factoren kunnen chronisch nierfalen tot gevolg hebben, zoals onder andere: wanneer men voortdurend last heeft van een te hoge bloeddruk, men lijdt aan diabetes, men aangeboren afwijkingen heeft of men voor een lange tijd of overmatig alcoholische drank of bepaalde geneesmiddelen heeft gebruikt.
Indien de nieren niet goed meer werken dan hopen er zich afvalstoffen op in het lichaam van de patiënt. Dit soort afvalstoffen kunnen onder andere klachten veroorzaken zoals: misselijkheid, braken, trillende spieren en jeuk. In zo’n geval zijn de nieren eveneens niet langer in staat om vocht af te voeren. Daardoor wordt er minder urine gemaakt. Omdat het vocht toch ergens heen moet zal dit zich elders in het lichaam op gaan hopen, bijvoorbeeld in de handen, bij de enkels of in het gezicht. Tevens gaat de bloeddruk stijgen door de steeds slechter wordende afvoer van vocht.
Het is belangrijk te weten dat dit soort verschijnselen bij acuut nierfalen tamelijk plotseling optreden, terwijl het bij chronisch nierfalen in veel gevallen sprake is van een meer sluipender proces. Overige verschijnselen die vaak bij chronisch nierfalen voorkomen zijn kortademigheid en moeheid. Mensen die lijden aan nierfalen maken in de regel dan ook een zieke of zwakke indruk.
Chronisch nierfalen kan men niet te genezen. Het gedeelte van de nier dat beschadigd is, kan niet meer worden hersteld. Er wordt wel altijd actie ondernomen om op die manier te voorkomen dat de nieren nog meer beschadigd zullen raken. Hier is het ook van belang te weten waardoor het nierfalen is ontstaan, zodat de oorzaak weg kan worden genomen. Daarnaast kunnen geneesmiddelen en een dieet helpen om de functie van de nieren zoveel mogelijk te behouden.