Om* een groendak aan te kunnen leggen moet je wel een geschikt dak hebben. Het dak moet het gewicht kunnen dragen. Het dak mag natuurlijk niet te schuin zijn en de constructie van het dak moet geschikt zijn, of geschikt gemaakt kunnen worden voor een groendak. Een plat dak is het meest geschikt voor de aanleg van een groendak, maar ook op een licht hellend dak bestaat de mogelijkheid voor een groendak. Een groendak krijgt behoorlijk gewicht door de verschillende lagen die aangelegd moeten worden om van een gewoon dak een groendak te maken. Het dak moet eerst water en wortelbestendig gemaakt worden. Doe je dit niet dan ontstaan er gegarandeerd lekkages. Vervolgens wordt er een laag aangebracht waarin het hemelwater opgevangen en bewaard kan worden. In de meeste gevallen gebruikt men hiervoor kleikorrels die ook wel hydrakorrels worden genoemd. Over de kleikorrels heen wordt een teeltlaag aangebracht, de teeltlaag is de voedingsbodem voor de plantjes, grassen en kruiden die geplaatst kunnen worden op het groendak.
De dikte van de teeltlaag is afhankelijk van de keuze die gemaakt wordt voor de beplanting van het groendak. Doordat de beplanting op het groendak meestal in de volle zon staat is het belangrijk om beplanting te kiezen die hiertegen bestand is. Vetplanten en grassen zijn bij uitstek geschikt, net als veel kruidensoorten. Vaak vind je in de diverse tuincentra matten met beplanting voor op het dak. Door de dikte van het groendak is dit niet alleen warmte- en koude isolerend maar ook geluidisolerend wat vooral bij een plat groendak voordelen heeft. Voor de aanleg van een groendak wordt vaak een gemeentelijke subsidie gegeven. Veel huurhuizen met geschikte daken hebben al een groendak, bij de bouw van nieuwe huurhuizen worden de groendaken in de meeste gevallen bij de plannen meegenomen. Ook op gemeentelijke gebouwen met een plat of licht hellend dak kom je regelmatig een groendak tegen.