In rpicipe kan in elk deel van het lichaam van een mens (en ook van een groot aantal dieren) de4 celdeling, als het ware, op hol slaan met als gevolg dat er zich één of meerdere tumoren zullen gaan vormen. In de meeste gevallen krijgt de tumor de naam van de plaats waar deze zich heeft ontwikkeld. Zo is longkanker in de longen ontstaan, baarmoederhalskanker in de baarmoederhals, prostaatkanker in de prostaat en borstkanker in een borst. Naast in de organen kan kanker eveneens ontstaan in het bloed, de lymfebaan en- knopen, de botten en de huid.
Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen goedaardige en kwaadaardige tumoren. Bij een goedaardige tumor zal deze niet in het omringende weefsel doorgroeien of uitzaaien naar andere delen van het lichaam. Bij een kwaadaardige tumor kan dit allemaal wel gebeuren en kunnen de ontstane uitzaaiingen eveneens weer nieuwe tumoren gaan vormen. Kanker in de lymfeklieren is bijvoorbeeld een vorm die zich gemakkelijk uitzaait en daardoor voor veel problemen kan zorgen en de kans op overleven aanzienlijk zal verkleinen.
Afhankelijk van de soort kanker die een patiënt heeft kan een behandelplan op worden gesteld. De behandeling kan dan worden gericht op de genezing van de patiënt of, indien dit niet meer mogelijk is, op het bestrijden van klachten of tenminste op het verminderen daarvan. Verder zijn er behandelmethodes die de groei van de kankercellen zullen remmen waardoor de patiënt zo lang mogelijk een normaal leven kan leiden en de levensduur zal worden verlengd.
Sommige soorten kanker ontwikkelen zich aanzienlijk sneller dan andere waardoor de ontdekking niet altijd eenvoudig is en soms te laat plaatsvindt. Verder izjn bepaalde kankersoorten erfelijk of hebben erfelijke invloeden die de kans op het ontwikkelen ervan vergroten.