Een vrouw dient direct contact op te nemen de huisarts zodra zij in verwachting blijkt te zijn, teven in contact is gekomen met een persoon die aan rodehond lijdt en bovendien geen, of niet alle inentingen tegen deze ziekte heeft gehad. Door middel van een bloedonderzoek kan er vast worden gesteld of de vrouw beschermd is tegen deze, doorgaans onschuldige, kinderziekte.
Op het moment dat een vrouw niet beschermd is dan kan door middel van het uitvoeren van een vervolgonderzoek vast worden gesteld of zij besmet is met rodehond. De mogelijkheid bestaat dat dan de vrouw een injectie krijgt met antistoffen tegen de ziekte. Dat is echter alleen zinvol op het moment dat de injectie binnen drie dagen na het contact met de patiƫnt die aan rodehond lijdt wordt *gegeven.
Rodehond* kan tot het congenitale rubella-syndroom leiden bij het ongeboren kind. Het congeniale rubella syndroom (CRS) is het gevolg van een intra-uteriene infectie door het rubellavirus en bestaat uit allerlei gebreken. Het kan eveneens tot een vroeggeboorte leiden evenals tot een laag geboortegewicht, neonatale trombocytopenie, anemie en hepatitis. De kans op aanzienlijke defecten is het grootst wanneer de infectie in het eerste trimester van de zwangerschap heeft plaatsgevonden. Het congenitale rubella syndroom is de meest belangrijke reden om een vaccin tegen rodehond te ontwikkelen. Veel moeders die immers rodehond kregen in de eerste kritieke trimester hadden te maken met een miskraam of een met een baby die dood ter wereld kwam. Indien de baby het overleeft dan kan het geboren worden met ernstige hartaandoeningen, blindheid, doofheid, of een andere levensbedreigende aandoening.
Het rubellavirus is in staat om de placenta over te steken en de foetus te infecteren. Vervolgens stopt het virus de cellen zich te ontwikkelen of vernietigt deze.