De ziekte van Parkinson kan onder worden verdeeld in stadia (volgens de zogenaamde indeling volgens Hoehn en Yahr). In het eerste stadium heeft een patiënt enkel nog maar verschijnselen aan één zijde van het lichaam. In het volgende, het tweede, stadium, zijn de symptomen echter al aan beide zijden van het lichaam aanwezig maar heeft de patiënt nog niet te maken met evenwichtstoornissen.
Stadium drie van de ziekte van Parkinson laat daarentegen symptomen zien aan beide zijden van het lichaam en tevens heeft de patiënt last van evenwichtstoornissen maar kan nog wel zelfstandig functioneren. Dit laatste verandert echter in stadium vier van de ziekte: de patiënt heeft nu aan beide zijden van het lichaam symptomen en eveneens last van evenwichtstoornissen. Bovendien heeft men nu ook elke dag hulp nodig. In het laatste, en dus vijfde stadium, is een patiënt die lijdt aan de ziekte van Parkinson ernstig invalide. Men is aan het bed of een stoel gekluisterd en heeft verpleegkundige zorg nodig.
Bij de ziekte van Parkinson kan men een aantal symptomen aanduiden die men als kernsymptomen zou kunnen aangeven: akinesie of hypokinesie (bewegingsarmoede), rigiditeit (ledenmaten die te maken hebben van stijfheid), rusttremor (trillen bij rust, eerst aan één hand, been of arm maar alter aan beide zijden) en daarnaast een verstoorde, meestal voorovergebogen houding en houdingsreflexen die eveneens verstoord zijn. Maar ook moeilijk spreken slikken of veranderen/starten van een andere houding komen vaak voor bij de ziekte van Parkinson.