Ook* groenten, fruit en zemelen zijn prima bronnen van vezels. Een heleboel mensen strooien daarom twee- tot drie keer op een dag twee of drie theelepels ongeraffineerde bakkerszemelen op fruit of op een vezelrijk graanproduct. Voor een goede werking moeten deze vezels met een heleboel vocht worden genuttigd. Zodra constipatie het gevolg is van een onderliggende ziekte dan dient deze eveneens te worden behandeld.
Dyschezie kan niet eenvoudig met behulp van een laxeermiddel behandeld worden. Bij antagonisme van de bekkenbodem worden biofeedback en ontspanningsoefeningen gebruikt, wat bij bepaalde personen effect heeft. Een enterokèle of een grote rectokèle dient echter door middel van een operatieve ingreep worden behandeld.
Indikking van de ontlasting kan niet met een dieet of met een laxeermiddel behandeld worden. Deze harde ontlasting dient vaak door een arts of een andere medicus met een gehandschoende vinger verwijderd te worden. In sommige gevallen kan de indikking echter met behulp van een klysma op worden gelost.
Het overmatig behandelen, met name door het langdurige gebruik van stimulerende laxeermiddelen, irriterende zetpillen en klysma’s, kan diarree, uitdroging, krampen of zelfs een afhankelijkheid van de laxeermiddelen tot gevolg hebben.
Volumevergrotende middelen, zoals zemelen en psylliumpreparaten (die eveneens aanwezig zijn in de vezels van een heleboel groenten), maken de ontlasting meer volumineus. De toegenomen massa zal de natuurlijke samentrekkingen van de darm stimuleren en bovendien is omvangrijke ontlasting zachter en zal de passage gemakkelijker kunnen verlopen. Volumevergrotende middelen werken voorzichtig en langzaam en vormen één van de meest veilige manieren om de stoelgang te optimaliseren. Dergelijke middelen worden aanvankelijk vaak in geringe hoeveelheden ingenomen. De dosis wordt vervolgens langzaam verhoogd totdat men een regelmatige stoelgang heeft verkregen. Personen die dit soort volumevergrotende middelen gebruiken, dienen wel in alle gevallen veel te drinken.