De verschillende buien kunnen op een gegeven moment aardig ingeschat worden. Mensen met een bipolaire of manisch depressieve stoornis kunnen impulsief, actief, druk en vrolijk zijn, maar ook somber zijn, ruzie zoeken, waanbeelden krijgen, depressief zijn en meer geld uitgeven dan ze hebben. De stemmingen kunnen van het enen op het andere moment omslaan, maar dan wel dagen- of soms zelfs wel een week aanhouden. Veel mensen om een patiënt met een bipolaire of manisch depressieve stoornis typeren de periodes als redelijk, slecht en heel slecht. Iemand met een bipolaire of manisch depressieve stoornis heeft medische hulp nodig. Een bipolaire of manisch depressieve stoornis is een chronische aandoening die niet meer over gaat. Zowel de patiënt als zijn of haar omgeving moet met een bipolaire of manisch depressieve stoornis leren leven.
Door hun aandoening hebben mensen met een bipolaire of manisch depressieve stoornis vaak problemen op sociaal gebied maar ook binnen hun relatie. De redelijke periode is iemand met een bipolaire of manisch depressieve stoornis soms prikkelbaar, vooral ontzettend druk en gefocust op het doen van leuke dingen. In de slechte periode worden deze kenmerken gemengd met depressiviteit en neerslachtigheid. De hele slechte periode en het grootste risico voor onenigheid in de relatie en op de werkvloer, maar ook voor de patiënt zelf is de depressieve periode. Hierin verliest men gewicht, slaap, zelfwaarde, energie. Soms ziet men het leven niet meer zitten en zijn de gedachten gefocust op de dood. Met de goede medicatie kunnen deze perioden geneutraliseerd worden zodat het leven voor de patiënt met bipolaire of manisch depressieve stoornis, maar ook voor de omgeving gemakkelijker wordt.