Uiteraard kan alleen medisch onderzoek definitief uitwijzen om men blaaskanker heeft. In veel gevallen zal men naar een ziekenhuis gaan om de volgende onderzoeken uit te laten voeren: een cystoscopie, oftwel een kijkonderzoek in de urineblaas, een echografie, een CT-scan en/of een *MRI
Door* middel van een cystostomie wordt er, ter behandeling van de blaaskanker, een kunstmatig gecreëerde verbinding van de urineblaas naar de buikwand aangelegd. Deze verbinding wordt vaak aangelegd als het urineren langs de natuurlijke weg niet langer mogelijk blijkt te zijn. Er bestaan twee mogelijkheden na het weghalen van de urineblaas om de urine op te vangen. Allereerst kan men een zogenaamde suprapubisch katheter aanleggen. Dit is een katheter welke vanuit de kunstmatige blaas door de buikwand heen loopt. Daarnaast kan men eveneens kiezen om een urostoma aan te brengen. Hierbij wordt een stukje van de dikke darm verwijderd welke een verbinding zal maken tussen de kunstmatige urineblaas en de buikwand. De urine wordt dan opgevangen in een uitwendig opvangzakje.
Radiotherapie betekent het bestrijden van kanker in het lichaam met een ioniserende straling. Het effect van radiotherapie berust op het verschil in gevoeligheid voor straling tussen kankerweefsel en gezond weefsel.
Met chemotherapie wordt tegenwoordig enkel de behandeling van kanker met medicatie bedoeld. Een serie van behandelingen bij elkaar wordt een chemokuur genoemd. Chemotherapie heeft tot doel de kankercellen te elimineren en zo min mogelijk gezonde cellen aan te tasten. Omdat kankercellen snel delen, wordt de therapie op alle snel delende cellen gericht. Dat heeft als gevolg dat men na een chemokuur aantal bloedcellen heeft, men misselijk kan worden en last van haaruitval kan krijgen.