Op het moment dat er genoeg soepele en gave huid aanwezig is en de grote borstspier nog intact is, is het implanteren van een prothese hieronder de meest eenvoudige wijze om een nieuwe borst te construeren. Bij zo’n operatie wordt gebruik gemaakt van het litteken dat bij de amputatie van de oorspronkelijke borst is ontstaan. De ingreep duurt circa één uur en de opname in het ziekenhuis één tot vijf dagen. Wanneer men bestraald is dan zal de plastisch chirurg mogelijk een andere techniek aanraden.
Indien er onvoldoende huid aanwezig is na de borstamputatie, maar de huid wel van goede kwaliteit is dan kan een prothese gebruikt worden om deze huid op te rekken. Verder dient de grote borstspier voor deze methode nog intact te zijn. Een dergelijke prothese voor weefselexpansie, oftewel expander geheten, is net een lege ballon. Langs het litteken van de borstamputatie wordt de ballon ingebracht onder de grote borstspier. Zo’n ingreep neemt circa een uur in beslag en men dient er één tot vijf dagen voor in het ziekenhuis op te worden genomen. Twee weken na de operatie wordt gestart met het geleidelijk vullen van de prothese met een fysiologische zoutoplossing tot men de gewenste cupmaat heeft bereikt. Dit gaat in etappes. Daarvoor moet men voor de duur van vier tot acht weken elke week naar de polikliniek. Het vullen gebeurt met een injectienaald waarmee langs de huid de vulnippel wordt aangeprikt. Om het oprekken van de borsthuid makkelijk te maken kan men de borst masseren met crème of olie. Na een rustperiode van drie tot zes maanden volgt vaak een tweede operatieve ingreep waarbij de expander vervangen wordt door een echte prothese.