Het griepvirus verspreidt zich met name in de wintermaanden en in het begin van het voorjaar. Men vermoedt dat dit te maken heeft met het feit dat in het koude deel van het jaar mensen veel en dicht bij elkaar zitten, wat de verspreiding van het virus eenvoudiger maakt. Bovenal is de lucht in huis in deze tijd van het jaar dikwijls droger, waardoor het griepvirus langere tijd actief zal blijven
Een hoestende of niezende grieppatiënt verspreidt het virus door middel van erg kleine druppeltjes speeksel in de lucht. Op het moment dat men deze, met griep besmette, druppeltjes inademt dan komen de virussen in het ademhalingssysteem (keel, neus en longen) terecht. Op deze plaatsen vallen de virussen de beschermende laag cellen in het slijmvlies aan en dringen deze het lichaam verder binnen. Het griepvirus gebruikt de slijmvliescellen om zichzelf supersnel te vermenigvuldigen. De gebruikte cellen in het slijmvlies sterven vervolgens af. Daardoor neemt de bescherming af en is men eveneens bevattelijk voor overige infecties aan de luchtwegen.
Het griepvirus kan men oplopen door middel van de lucht, maar eveneens door een rechtstreeks contact, zoals onder andere door te zoenen of een hand te geven. Maar ook door een indirect contact bijvoorbeeld via het aanraken van een telefoon of van een deurkruk. Eveneens kan een airconditioning het griepvirus in korte tijd verspreiden. Het virus wordt daarnaast eenvoudig overgebracht op andere leden van in een gezin dan wel op vrienden en collega’s, maar uiteraard ook op een toevallige passant. Iemand die in een de bus of trein zit naast een persoon die aan griep lijdt, kan om zomaar geïnfecteerd te raken met het virus. Alleen met het toedienen van het juiste vaccin zou men dit kun men voorkomen of verminderen