Het vaccineren tegen griep is mogelijk, maar door het gemak waarmee het virus zich aanpast (door middel van mutatie) dienen er ieder jaar weer nieuwe vaccins ontwikkeld worden, en zal men elk jaar een bezoek aan de huisarts moeten brengen om een nieuwe griepprik te krijgen. De samenstelling van het nieuwe vaccin wordt gecoördineerd door de wereldgezondheidsorganisatie. Dergelijke vaccins zijn werkzaam tegen de virussen waarvan deskundigen vermoeden dat deze het aankomende jaar toe zullen slaan.
Met name mensen die een verhoogd risico op het krijgen van griep of waarbij de complicaties mogelijk ernstige gevolgen kunnen hebben, komen doorgaans in aanmerking voor het krijgen van zo’n griepprik. Op deze manier krijgt het lichaam dode, of verzwakte, virussen in het lichaam gespoten. Dit heeft tot gevolg dat het lichaam hier antistoffen tegen aan zal gaan maken zonder dat men werkelijk ziek zal worden.
Op het moment dat men toch in contact komt het een griepvirus waarvoor men gevaccineerd is dan zal de ziekte minder heftig verlopen of men zal helemaal niet ziek worden. Na het krijgen van de griepprik kan men zich soms overigens een paar dagen niet lekker voelen of een pijnlijke plaats overhouden aan de griepprik.