Volwassene* mensen met griep zijn reeds besmettelijk een dag voordat de symptomen zich bij henzelf zullen openbaren. Jonge kinderen kunnen het virus reeds bij zich dragen tot zes dagen voordat de symptomen zich bij hen laten zien. Gedurende al die tijd kan men dus andere personen met de ziekte aansteken. Volwassene personen zijn nog tot vijf dagen na de eerste vesrschijnselen besmettelijk en kinderen kunnen nog eens vijf dagen extra voor andere personen een besmettingsgevaar vormen.
Na het binnenkrijgen van het griepvirus in het lichaam van een mens kan het één tot zeven dagen duren voordat men daadwerkelijke ziek ervan wordt, maar in de regel krijgt men de eerste symptomen al na twee tot drie dagen. Deze periode wordt de zogenaamde incubatietijd genoemd. In deze incubatietijd kan men, zonder dat men het zelf weet, andere personen met de griep gaan besmetten. *
Kinderen* lopen het meest grote risico om griep te krijgen. Hun afweersysteem is in de regel nog nooit met een griepvirus in aanraking geweest. Bovenal besmetten kinderen elkaar op school, de kinderopvang, en nog een heleboel andere locaties waar zij bij elkaar komen. Ten tijde van een griepepidemie krijgt circa 45 procent van de schoolgaande kinderen en de kinderen in een crèche last van griep *
Griep* is dus wel degelijk besmettelijk wat wil zeggen dat men deze over kan dragen van mens op mens door bijvoorbeeld te hoesten te niezen. Maar ook door een deurknop aan te raken die daarvoor door een persoon met griep aan is geraakt nadat deze zijn of haar hand voor de mond heeft gehouden tijdens het hoesten of niezen. Regelmatig de handen en de vaak aangeraakte onderdelen van het interieur schoonmaken kan de uitbreiding van griep enigszins tegengaan.