Aderaandoeningen zorgen vaak voor dikke benen tussen de knie en de enkel. De oorzaak kunnen ontstekingen of vochtophoping zijn. Voorbeelden zijn spataderen of een slechte bloedcirculatie door bijvoorbeeld vernauwing in de aderen. Ook een obstructie van de bloedcirculatie door lang met gebogen knieën of met de benen over elkaar te zitten kan dikke onderbenen veroorzaken. Bij tijdelijke obstructie trekken de dikke benen vanzelf weer weg. Bij een aderaandoening blijven de benen dik of worden dikker. Ook kunnen bij een aandoening de enkels en voeten dikker zijn. Als de dikke benen een uitbreiding zijn van de voeten en enkels maak dan een afspraak met de huisarts.
Bij mensen met een aderaandoening, mensen die lang zitten of liggen of mensen die geopereerd zijn kan trombose in de benen ontstaan. Bij trombose bevindt zich een bloedklontje in de aderen. Afhankelijk van de locatie kan trombose levensgevaarlijk worden als het bloedkontje loslaat van de aderwand. Laat je benen altijd controleren als zijn opeens dikker worden of als zij niet binnen twee dagen dunner worden. Bij mensen die zittend werk doen maar ook bij schoolgaande jeugd die na school uren achter de computer doorbrengen, kan vetophoping ontstaan aan de buitenzijde van de bovenbenen. Het enige wat helpt tegen deze dikke bovenbenen is bewegen. Je kunt gerichte beenspieroefeningen doen maar ook een half uur aaneengesloten wandelen per dag kan helpen.