De winterperiode is niet alleen een prima tijd om vogels te lokken, bijvoederen is dan ook nodig. De natuur wordt steeds kaler waardoor de vogels minder voedsel kunnen vinden. Helaas brengt het kaler worden van de natuur ook risico’s mee voor de vogels. Zo zijn ze een gemakkelijker slachtoffer voor katten. Zorg dat de vogels bij jouw voederhuisje veilig kunnen eten. Dit kun je doen dor slap gaas langs de schuttingen en aan de poort en schuurdak te hangen. Als je geen huisdieren of kleine kinderen hebt dan kun je een veilig kring maken met prikkers. Zorg er wel voor dat deze breed genoeg is, katten kunnen behoorlijk klimmen. Zet het voederhuisje op een veilige afstand van de schutting. Een hongerige kat slaat het gaas over en waagt de sprong in één keer.
Kies voor een open voederhuisje als je voor een voederhuis op standaard kiest. De vogels voelen zich op een open plek veiliger dan op een dichte plek en kunnen sneller weg als er wel gevaar dreigt. Maak een afdakje zodat het voeder niet nat wordt. Aan de standpalen van het voederhuisje kun je pinda’s, stukjes appel, vetbolletjes en dergelijke hangen. Zorg ervoor dat je regelmatig voedert. Als het buiten vriest zorg dan ook voor een vers bakje water. In plaats van- of naast een voederhuisje op standaard kun je ook nestkastjes als voederhuisje gebruiken. Als de vogels deze voederhuisjes ontdekken hebben ze meteen een veilige schuilplaats tegen katten. Het lokken naar dit voederhuisje kan moeizamer gaan. Steek een vetbol op het stokje of hang bijvoorbeeld besjes tussen de voederhuisjes. Zorg ervoor dat de omgeving rustig is. De vogel moet het voederhuisje eerst kunnen verkennen en zich veilig gaan voelen. Maak rond half maart de voederhuisjes schoon voor vogels die willen nestelen. Zorg vooral dan voor rust rond de, dan weer nestkastjes.