Met de terugverdientijd wordt dan ook de tijd bedoeld die nodig blijkt te zijn om een investering terug te kunnen verdienen doordat men op de kosten voor de conventionele energie weet te besparen of deze niet langer meer zal maken. Een ander aspect dat invloed uit zal oefenen op de terugverdientijd is de prijs die voor een volledig systeem is betaald. Was een systeem bijvoorbeeld heel erg prijzig maar levert het relatief maar een laag rendement dan zal de terugverdientijd behoorlijk langer zijn dan op het moment dat men een voordelige aankoop heeft gedaan of wanneer het rendement van het systeem hoger is.
Nadat de terugverdientijd volledig is verstreken dan gaat men pas werkelijk met het verdienen van start door het opwekken van de zonne-energie. Het systeem is dan immers vrij van kosten en kan men het gratis zonlicht gebruiken om in de vraag naar energie te kunnen voldoen. Men hoeft hiervoor dan niets meer te betalen aan een energiebedrijf en is iedere kWh stroom die men zelf op weet te wekken kosteloos. Wekt men dan zoveel elektriciteit op dat er sprake is van een overschot dan heeft men zelfs winst, mits men deze elektriciteit aan het energiebedrijf verkoopt. Met een levensduur van een zonnepaneel van dertig tot veertig jaar kan men dan zo’n tien jaar gratis energie opwekken.
De technologie staat echter niet stil en er komen dan ook steeds meer zonnepanelen op de markt die een steeds hoger rendement weten te behalen. Deze zijn weliswaar duurder dan de conventionele exemplaren maar zullen de terugverdientijd dikwijls verkorten.