Op het moment dat de uitkomst van de BMI meer dan 25, 0 kilo per vierkante meter bedraagt dan is men zogezegd te zwaar. Is de score echter 30,0 of meer dan heeft men te maken met een overgewicht en bij een score van 40,0 dient men zelfs te spreken van een morbide obesitas oftewel een levensbedreigende vorm van overgewicht. Het lichaamsgewicht is dan zo hoog geworden dat dit fatale gevolgen voor een persoon kan hebben. Hoewel de drempel bij een score van 40,0 is gelegd kan een BMI van 36,0 reeds voor dodelijke effecten hebben voor de desbetreffende persoon. Op het moment dat men een BMI heeft die ligt tussen 18,5 en 25,0 kan men er van uitgaan dat men een goed, en dus een gezond, gewicht heeft. Zodra de score echter lager wordt dan deze ondergrens dan heeft men juist te maken met een ondergewicht, een fenomeen dat eveneens risico’s voor de gezondheid met zich mee kan *brengen.
Hoewel* steeds meer mensen de Body Mass Index gebruiken om erachter te kunnen komen of hun lichaamsgewicht nog gezond is, mag men niet altijd de BMI zien als een exacte graadmeter. Zo kunnen mensen die veel aan sport doen, en dus veel spiermassa opgebouwd kunnen hebben, een hoog BMI hebben terwijl zij wel een gezond vetpercentage hebben. Door het gewicht van de opgebouwde spieren zal namelijk ook het lichaamsgewicht toenemen en daardoor ook het BMI hoger uitvallen terwijl men toch geen gezondheidsrisico’s hierdoor loopt. Het is dus aan te raden om voor nauwkeuriger meting een arts te bezoeken die eveneens een vetmeting uit kan voeren. Pas dan heeft men een exact beeld.