Voor een cardiovasculaire training kun je elke sport of activiteit zoeken die je leuk vindt om te doen. Je kunt ook een schema maken en de activiteiten afwisselen. Dit laatste is vaak beter vol te houden. Begin met langzaam opbouwen als je nog geen conditie hebt. De bedoeling is dat je hartslag omhoog gaat. Loop, fiets of wandel minimaal een half uur. Probeer na deze opwarming ongeveer tien minuten wat sneller te bewegen. Dit kan door hardlopen, joggen, of zelfs hardlopen op de plaats. Ook een hele goede cardiovasculaire training die je op één plaats kunt is touwtje springen. Door vooraf je hartslag te meten weet je hoeveel slagen je hart per minuut in ruststand maakt. Bij de meeste mensen is dit 120 slagen. Bij cardiovasculaire training moet je hier bovenuit komen. Heb je geen hartslagmeter dan is de richtlijn trainen zodat je transpireert maar niet buiten adem bent.
Als het half uur trainen en de tien minuten goed gaan dan kun je naar de cardiovasculaire trainingstijd van een uur. Cardiovasculair trainen moet je twee á drie dagen per week doen om resultaat te behalen. Kun je geen tijd vinden- of vind je een uur achter elkaar te lang om vol te blijven houden, verzwaar dan de cardiovasculaire training van een half uur. Zoek trainingen die meer inspanning kosten. Blijf opbouwen als je ook vet wilt verliezen. Opbouwen doe je door de rustige trainingstijd te verkorten en de intensieve trainingstijd te verhogen. Als je dit zes weken na elkaar vijf minuten verplaatst dan heb je na zes weken een intensief half uurtje cardiovasculaire training.