Door* meteen op je top kunnen te starten is het moeilijker om een stap verder te gaan, het risico bestaat dan dat je een stilstand krijgt. Vooral in het begin van een trainingsschema is motivatie door winst belangrijk. Zet dagen van mindere training op je trainingsschema en dagen met intensieve training. Zo houd je het niet alleen langer vol, je blijft ook de spieren prikkelen. Verwissel regelmatig de intensieve trainingsdag voor en rustige dag. Je kunt ook beginnen met bijvoorbeeld drie maak in de week trainen en vervolgens op een tijd dat vordering stil lijkt te staan een dag *toevoegen.
Houd* je prestaties bij en pas deze aan. Gaat een oefening je bijzonder gemakkelijk af maak deze dan intensiever. Richt je op de wat moeilijkere oefeningen als deze achterop dreigen te raken. Laat een gemakkelijke oefening vallen als dat nodig is. De meer moeilijkere en intensievere oefeningen hebben meestal het meeste resultaat. Dit zijn in de meeste gevallen spiergroepen zoals in de bovenbenen. Maak een trainingsschema met beleid anders houd je het niet vol. Zoek tijden uit waarop je altijd kunt trainen en pas daar je oefeningen in. Oefen niet te hard, als je spierpijn of krampen krijgen dan heb je de spieren overbelast. Niet alleen kan dan de zin in trainen overgaan, ook heeft het totaal geen zin omdat je lichaam in de beschermingsmodus gaat.