Nierstenen lopen in de regel qua grootte uiteen van de grootte van een korreltje zand tot het formaat van een kastanje; de klachten zullen toe gaan nemen naarmate de niersteen groter wordt. De kleinere nierstenen worden wanneer deze losraken met de urine mee gespoeld en dan aanleiding geven tot pijn en vaak wat bloed in de urine; de grote stenen blijven dikwijls symptoomloos maar kunnen een haard vormen voor bacteriën, hierdoor kunnen recidiverende urineweginfecties optreden, of kunnen deze grote stenen tot een verstopping leiden van een *afvoersysteem.
Nierstenen* kunnen uit een aantal uiteenlopende verbindingen bestaan. De meest voorkomende verbinding is calciumoxalaat. Het gebruik van een heleboel calcium in het dagelijks dieet leidt trouwens niet tot een grotere kans op het krijgen van nierstenen. Calciumhoudende stenen kunnen op een normale röntgenfoto van de buik vaak waar worden genomen; dit geldt echter niet voor alle andere nierstenen.
Nierstenen ontstaan in veel gevallen in de nierkelken en in het nierbekken. Wanneer deze losraken uit de nier en in de urineleider tussen de nier en de urineblaas terechtkomen dan kunnen deze stenen tot (dikwijls erg hevige) pijn leiden, dikwijls van krampend van aard, in de rug, de buik, de lendenen en de lies, afhankelijk van de locatie van de niersteen, eveneens dikwijls met een uitstraling langs dit traject, omlaag of omhoog. Bij mannen treedt dikwijls eveneens uitstraling naar het scrotum of de penis op, bij vrouwen is dat naar de grote schaamlippen. Een patiënt rolt gedurende een koliek van de pijn, men heeft bewegingsdrang, in tegenstelling tot de pijn bij een blindedarmontsteking waarbij men liever zo stil mogelijk blijft liggen. Er is bij niersteenkolieken vrijwel in alle gevallen bloed in de urine aanwezig.
Men krijgt in zo’n geval dan...