Bij het dippen worden niet alleen de triceps onder zware druk geplaatst, het hele bovenlichaam zoals de schouders en schouderbladen maar ook je ellebogen en polsen krijgen het zwaar te verduren. Het dippen wordt namelijk op puur eigen kracht gedaan. De spieren van deze lichaamsdelen worden meegetraind maar kunnen ook overbelast raken. Zorg voor een goede warming up voor je gaat dippen zodat je geen blessures krijgt. Het dippen is een prima balansoefening voor mensen die werken aan de biceps en een wasbordje.
Als je gaat dippen ga je eerst op de voetplanken van het apparaat staan. Pak de leggers van het toestel vast en stap van de opstappen af. Je hangt nu aan je armen aan de leggers. Laat je lichaam zakken tot je armen haaks staan, vervolgens duw je jezelf weer omhoog zonder je voeten te gebruiken. Vooral als je dit voor de eerste keer doet zul je merken dat er een enorme aanspanning plaatsvindt in de spieren. Zorg ervoor dat je de spieren niet overbelast, begin met twee of drie keer. Houdt je lichaam niet vast in opgetrokken positie maar ga snel op en neer. Bouw het dippen vooral langzaam op en geef je spieren de tijd om te herstellen. Het beste kun je na het dippen even stretchen. Als het dippen je gemakkelijker afgaat kun je er over denken om gewichten toe te voegen. Begin met lage gewichten die je vervolgens weer langzaam opbouwt.